Het GGZ Basis rapport is erg uitgebreid, en bevat veel informatie. Om als POH GGZ een goed begin te kunnen maken m.b.v. dit rapport hebben wij hieronder een aantal stappen beschreven die u kunt volgen. Tevens beschrijven we de definities van de indicatoren en de tabbladen die in het rapport voorkomen en bevat dit document een uitwerking van de gebruikte episodes, meetwaarden en medicatie.
Hoe werkt het rapport?
In het rapport zijn 3 verschillende situaties opgenomen.
- Puntprevalentie – Op de gekozen peildatum een actieve episode in het HIS
- Jaarprevalentie – Actieve episode in het afgelopen jaar, kan reeds afgesloten zijn
- Jaarincidentie – Actieve of inmiddels inactieve episode die dit jaar is gestart
Voor het vervolg van de indicatoren op het 'Start'-tabblad wordt uitgegaan van puntprevalentie.
Alleen de patiënten die jonger dan 24 jaar zijn opgenomen in deze rapportage, voor de patiënten jonger ≥ 24 jaar verwijzen wij u naar het GGZ Basis – Volwassenen rapport.
Het rapport bevat per ICPC die op het 'Start'- tabblad staan een eigen set indicatoren en bijbehorende patiëntenlijst. In deze handleiding zijn de indicatoren uitgewerkt voor 1 ICPC code. Dit is gedaan omdat de indicatoren veel op elkaar lijken. Deze indicatoren zijn ook terug te vinden in het rapport (voor meer informatie zie het hoofdstuk 'Indicatoren').
Doorklik
De lichtblauwe cellen met witte onderstreepte tekst in het rapport zijn een doorklik naar andere tabbladen van het rapport (zie onderstaande afbeelding).
Stappenplan
Hieronder volgt een overzicht van de stappen die u als POH GGZ kunt volgen om zo een goed begin te maken m.b.v. van dit rapport.
Stap 1 Bekijk hoe uw populatie eruit ziet in uw praktijk
Stap 1 helpt u om inzicht te krijgen in de GGZ problematiek in uw praktijk.
Klik in het 'Start'-tabblad op 'Aantal patiënten per P-categorie' (zie onderstaande afbeelding)
- U ziet dan het aantal patiënten die binnen verschillende categorieën vallen op basis van hun P-code.
- Dit geeft inzicht in de GGZ problematiek die het meest voorkomt in uw praktijk en wellicht als eerste uw aandacht behoeft.
- Zo kunt u bijvoorbeeld in onderstaande afbeelding zien dat er veel patiënten in de praktijk zijn met stress, angst en paniekklachten.
Stap 2 Verdachte patiënten controleren
'Verdachte patiënten' zijn de patiënten die GGZ-gerelateerde medicatie hebben ontvangen in de afgelopen 12 maanden, maar geen actieve P-episode op de peildatum hebben. Het gaat dan om de medicatie met een van de volgende ATC-codes: N06A (Antidepressiva), N05BA, N05CD, N05CF (Benzodiazepine) en/of N05A (Antipsychotica).
- Klik in het 'Start'-tabblad op het blauw gearceerde veld achter 'Geen P-code, wel verdacht' (zie onderstaande afbeelding).
- Ga voor deze patiënten na of de ICPC goed is geregistreerd
Stap 3 Wel medicatie gebruik, maar geen contact in afgelopen 12 maanden
Een derde stap is om inzicht te krijgen in de patiënten met een actieve P-code, die medicatie voorgeschreven hebben gekregen in de afgelopen 12 maanden en geen contact hebben gehad in de afgelopen 12 maanden. Onder contact verstaan we: visite, telefonisch consult, email consult en consult op de praktijk.
- Klik in het 'Start'-tabblad onder het kopje 'Laatste contact in de afgelopen 12 maanden' op het blauw gearceerde veld 'Nee' (zie onderstaande afbeelding).
- Ga na welke van deze patiënten eventueel opgeroepen moeten worden voor een consult.
NB Er is overigens ook een 'Patiëntenlijst Ritalin-gebruikers'. U komt op deze patiëntenlijst door op het start tabblad op de knop 'Patiëntenlijst Ritalin-gebruikers' te klikken (zie onderstaande afbeelding). In dit tabblad kunt u alle patiënten terug vinden die bekend zijn met (een) Ritalin (N06B) voorschrift(en) in de afgelopen 12 maanden.
Stap 4 Bekijk voor welke GGZ problematiek de patiënten veel contacten hebben
Door op het tabblad 'P-contacten per medewerker' te kijken, kunt u inzien welke patiënten vaak langskomen. Wellicht kan u er actie op uitzetten om iemand toch door te verwijzen naar de 2de lijns GGZ of de patiënt eens te bespreken via een consultatie of wellicht met de huisarts.
- Klik in het 'Start'-tabblad op 'P-contacten per medewerker' (zie onderstaande afbeelding).
- Sorteer 'categorie consulten' van A naar Z door op het pijltje te klikken bij de kolom 'categorie consulten' (zie onderstaande afbeelding).
- Er komt een venster tevoorschijn, klik hier op 'Sorteren van A naar Z' (zie onderstaande afbeelding).
- U krijgt per patiënt per P-code en contactsoort te zien hoeveel contact de patiënt heeft gehad bij de desbetreffende medewerker.
- Deze lijst kunt u gebruiken om te signaleren welke patiënten veel contacten hebben bij de huisarts of POH-GGZ, en om te signaleren voor welke GGZ problematiek patiënten in uw praktijk veel contacten hebben.
- Om dit overzichtelijk te maken, kunt u het beste beginnen bij een bepaalde ICPC code. Kies bijvoorbeeld de P-code die veel in uw praktijk voorkomt. Stel u voor dat er in uw praktijk veel patiënten zijn met een P74 code.
- U kunt dan filteren op deze ICPC door op het pijltje te klikken in de ICPC kolom (zie afbeelding hieronder).
- U kunt vervolgens in het scherm dat opent de ICPC code P74 invoeren (zie afbeelding hieronder).
- Als u op 'OK' klikt, krijgt u een lijst te zien met de patiënten die een P74 contact hebben gehad in de afgelopen 3 maanden.
- Zo ziet u in een oogopslag hoe vaak patiënten voor een angststoornis zijn langs geweest en bij welke medewerker.
Stap 5 Registratie vragenlijst scores
Stap 5 is bedoeld om te starten met het volledig maken van de registraties in het HIS. U kunt hiermee beginnen door te kijken of voor nieuwe patiënten de vragenlijsten (BAI, BDI, 4DKL, GDS) zijn geregistreerd. Als dit volledig geregistreerd is, helpt dit weer bij het verbeteren van het inzicht in uw praktijk.
- Klik in het 'Start'- tabblad op 'Nee' onder het kopje 'Vragenlijst ingevuld (BAI, BDI, 4DKL, GDS)' (zie afbeelding hieronder).
- U kunt de patiënten op deze lijst een vragenlijst (BAI, BDI, 4DKL, GDS) laten invullen en dit registreren in het HIS.
- Mocht u hier voor het eerst mee beginnen, dan adviseren wij u om eerst per ICPC code te sorteren.
- Zo kunt u beginnen met de ICPC code die het meeste voorkomt in uw praktijk.
- U komt sorteren per ICPC code door in de kolom (Psychische episodes: puntprevalentie) op het pijltje te klikken (zie onderstaande afbeelding).
- U kunt vervolgens in het scherm dat opent de ICPC code P74 invoeren.
- U kunt dan alle opties waar een P74 in voorkomt selecteren (zie onderstaande afbeelding).
- Als u op 'OK' klikt, dan krijgt u een lijst te zien met de patiënten met een P74 episode (of een P74 episode hebben i.c.m andere episodes) hebben, maar nog geen vragenlijst hebben ingevuld.
Stap 6 Hoofdbehandelaar huisarts vullen
Als laatste stap om uw registraties helemaal volledig te krijgen, kunt u beginnen met het registreren van de hoofdbehandelaar huisarts in het HIS. Door deze registratie op orde te krijgen. Krijgt u een goed overzicht welke mensen u onder behandeling heeft en welke mensen in de 2de lijns GGZ lopen.
Wederom wordt geadviseerd om te beginnen met de meest voorkomende klacht in uw praktijk.
- In het 'Start'-tabblad ziet u een kopje 'Hoofdbehandelaar niet specialist en geen zorgweigeraar'.
- Onder dit kopje staat of voor de patiënten die niet hoofdbehandelaar specialist hebben en geen zorgweigeraar zijn of de hoofdbehandelaar huisarts is geregistreerd of dat deze ontbreekt (zie onderstaande afbeelding).
- Klik op de blauwe knop achter 'Ja, ontbreekt' (in bovenstaande afbeelding zijn dit alle patiënten).
- U komt op de lijst terecht van patiënten waar het hoofdbehandelaar huisarts nog niet is geregistreerd.
- Om te beginnen kunt u weer filteren op ICPC code door in de kolom 'Psychische episodes: puntprevalentie' op het pijltje te klikken (zie onderstaande afbeelding).
- In het scherm dat opent, kunt u de ICPC code P74 invoeren.
- Selecteer alle opties waar een P74 in voorkomt (zie onderstaande afbeelding).
- Als u op 'OK' klikt, dan krijgt u een lijst te zien met de patiënten met een P74 episode hebben (of een P74 episode hebben i.c.m andere episodes) maar waar nog geen hoofdbehandelaar huisarts is geregistreerd.
- Als u hiermee begint en voor deze patiënten goed de hoofdbehandelaar registreert, dan heeft u deze patiënten volledig in beeld.
Toelichting tabbladen
Hieronder volgt een korte toelichting over verschillende tabbladen in dit rapport. Bovendien vindt u in elk tabblad in het rapport ook een uitleg.
Verdacht – GGZ
In dit rapport zijn op het tabblad 'Verdacht – GGZ' patiënten opgenomen die geen actieve P-episode hebben, maar wel GGZ-gerelateerde medicatie ontvingen in de afgelopen 12 maanden. Dit is medicatie met een van de volgende ATC-codes: N06A (Antidepressiva), N05BA, N05CD, N05CF (Benzodiazepine) en/of N05A (Antipsychotica).
Patiëntenlijsten
Onder de tabbladen 'Patiëntenlijst Puntprevalentie', 'Patiëntenlijst Jaarprevalentie', 'Patiëntenlijst Jaarincidentie' en 'Patiëntenlijst Ritalin-gebruikers', vindt u de patiëntenlijsten die ingaan op de 4 situaties.
Aantal per P-code en per Z-code
Het tabblad 'Aantal per P-code en per Z-code' toont per ICPC en per situatie het aantal patiënten waarvoor dit geldt.
Aantal per P-code combinatie
Het tabblad 'Aantal per P-code combinatie' toont het aantal patiënten waarbij specifieke combinatie van P-codes voorkomt, waarbij er is gekeken naar de punt prevalentie.
Aantal per P-categorie
Het tabblad 'Aantal per P-categorie' toont het aantal patiënten dat binnen de categorie valt. Patiënten kunnen op dit tabblad in meerdere categorieën worden meegeteld.
Categorieën uitgesplitst naar leeftijd en geslacht
Het tabblad 'Categorieën per leeftijd en geslacht' geeft per categorie een weergave van het aantal patiënten, uitgesplitst naar geslacht en leeftijd.
P-contacten per patiënt
Het tabblad 'P-contacten per patiënt' geeft de P-contacten per patiënt weer van de afgelopen 3 maanden, opgesplitst per medewerker, van patiënten < 24 jaar.
Patiëntenlijst Ritalin-gebruikers.
Het tabblad 'Patiëntenlijst Ritalin-gebruikers' bevat de patiënten < 24 jaar bekend met (een) Ritalin (N06B) voorschrift(en) in de afgelopen 12 maanden.
Overzicht gebruikte codes
Hieronder volgt een overzicht van de gebruikte codes in dit rapport. Zo worden de verschillende ICPC codes beschreven, NHG bepalingen en ATC codes.
Episodes
Hieronder staan de ICPC-codes van de episodes waarvan een separate set indicatoren en patiëntenlijst is gemaakt.
ICPC |
Omschrijving |
P01 |
Angstig/nerveus/gespannen gevoel |
P03 |
Down/depressief gevoel |
P06 |
Slapeloosheid/andere slaapstoornis |
P15 |
Chronisch alcoholmisbruik |
P19 |
Drugsmisbruik |
P74 |
Angststoornis/angsttoestand |
P76 |
Depressie |
In het rapport worden sommige ICPC-codes samengenomen binnen categorie. Hieronder staan de verschillende categorieën vermeld met de daarbij horende ICPC-codes
Categorie |
ICPC |
Stress, angst en paniekklachten |
P01, P02, P03, P04, P27, P78 |
Psychiatrische ziekten |
P02.01, P10.02, P71, P72, P73, P74, P75, P76, P79, P80, P80.01, P98 |
Anorexia nervosa, boulimie |
T06 |
Andere psychische stoornissen |
P99 |
Slaapstoornissen |
P06 |
Ontwikkelingsachterstand, leerproblemen |
P10, P10.01, P20, P24 |
Eetstoornissen |
P11 |
Drugs, alcoholmisbruik, gokken |
P15, P16, P18, P19, P80.02 |
Tabaksmisbruik |
P17 |
Mentale retardatie |
P85 |
Gedragsproblemen |
P21, P22, P23 |
Suïcidepoging gedaan |
P77 |
Enuresis, encopresis |
P12, P13 |
Levensfaseprobleem volwassene | P25 |
Overig P |
P05, P07, P08, P09, P28, P29 |
Armoede | Z01, Z02, Z03, Z03.01, Z03.02 |
Probleem met werksituatie | Z05, Z06, Z29.01 |
Ontwikkelingsachterstand/leerprobleem | Z07 |
In contact geweest met politie/justitie | Z09 |
Relatieproblemen | Z12, Z12.01, Z13, Z20, Z21, Z24 |
Aanranding/verkrachting/seksueel geweld | Z12.2, Z25 |
Ziekte/verlies ouders/familie/partner | Z14, Z15, Z22, Z23 |
Overig Z | Z03.03, Z04, Z08, Z10, Z11, Z16, Z18, Z19, Z27, Z28, Z29, Z29.02, Z29.03 |
Via deze website van de NHG kunt u (omschrijvingen van) ICPC Codes opzoeken.
NHG-bepalingen
NHG nummer |
Memo Mat Bijz |
Omschrijving |
357 |
GEW AO |
Gewicht patiënt |
560 |
LNGP AO |
Lengte patiënt |
1272 |
QUET AO |
Quetelet-index (BMI) patiënt |
1591 |
ALCO PQ |
Alcoholgebruik |
1744 |
RRSY KA |
Systolische bloeddruk |
2055 |
RRSY KA |
Systolosiche bloeddruk (thuismeting) |
2423 |
5SHT PQ |
Totaalscore FiveShot vragenlijst (alcohol) |
2714 |
GZHB PZ |
Hoofdbehandelaar GGZ |
2779 |
SLPB AQ |
Slaapproblemen |
2780 |
SMST PQ |
Sombere stemming (anamnese) |
2781 |
VIPL PQ |
Verlies interesse/plezier (anamnese) |
2810 |
GDST PQ |
Score Getriatric Depression Scale15 (GDS) |
2811 |
4DAN PQ |
4DKL angstscore |
2812 |
4DDE PQ |
4DKL depressie-score |
2813 |
4DDI PQ |
4DKL distress-score |
2814 |
4DSO PQ |
4DKL somatisatie-score |
3027 |
BDI1 PQ |
Score Amend BeckDepressionInvent (BDI-IA) |
3028 |
BDI2 PQ |
Score Beck Depression Inventory (BDI) II |
3029 |
BAI PQ |
Score Beck Anxiety Inventory (BAI) |
3331 |
PHQ9 PQ |
Score depressie PatientHealthQuest9 (PHQ-9) |
3446 |
AUDC PQ |
Totaalscore Audit-C vragenlijst (alcohol) |
3467 |
DPOS PQ |
Overige symptomen depressie (anamnese) |
3468 |
DPER PQ |
Ernstige depressie |
3469 |
DPRC PQ |
Recidief depressie |
3470 |
DPSB PQ |
Soort behandeling depressie/depr. klachten |
3475 |
GGCB PZ |
Controlebeleid GGZ |
3476 |
GGRZ PZ |
Reden geen ketenzorg GGZ |
3477 |
GGBM PQ |
Bijwerkingen medicatie (GGZ) |
3478 |
GGAD PQ |
Aard bijwerking(en) mediatie (GGZ) |
3481 |
ANSB PQ |
Soort behandeling angstklachten/stoornis |
3483 |
AGSB PQ |
Soort behandeling problematisch alcoholgebruik |
3569 | GGIZ PZ | Inschakelen zorg binnen huisartsenzorg GGZ |
3570 |
GGBE PZ |
Behandel-echelon binnen zorgstelsel GGZ |
3654 |
SLSB PQ |
Soort behandeling slapeloosheid |
Met behulp van de NHG labcodeviewer kunt u diagnostische bepalingen en eventuele bijbehorende antwoorden opzoeken.
ATC-codes
ATC-code |
Medicatie |
N05A |
Antipsychotica |
N05BA |
Benzodiazepine derivaten |
N05CD |
Benzodiazepine derivaten |
N05CF |
Benzodiazepine gerelateerde medicatie |
N06A |
Antidepressiva |
N06AA |
Niet-selectieve monoamine heropname inhibitoren |
N06AB |
Selectieve serotonine heropname inhibitoren |
N06B |
Ritalin |
(Omschrijvingen van) ATC Codes vindt u in de WHO ATC DD Index 2015 van de WHO.
Indicatoren
Hieronder volgt een toelichting over de indicatoren die zijn gebruikt in dit rapport.
Op het 'start'-tabblad kunt u de indicatoren terug vinden. De indicatoren staan beschreven in de onderstaande tabel, met de bijbehorende codes.
Omschrijving |
Codes |
Geen P-code wel verdacht |
Geen puntprevalentie P-episode op peildatum |
Psychische problemen – P (alle) – puntprevalentie |
Minimaal 1 actieve P-episode op de peildatum |
Psychische problemen – P (alle) – jaarprevalentie |
Minimaal 1 actieve P-episode in het afgelopen jaar |
Psychische problemen – P (alle) – jaar incidentie |
Minimaal 1 P-episode die is gestart in het afgelopen jaar |
Hoofdbehandelaar niet specialist en geen zorgweigeraar |
GZHB PZ, waar bij het antwoord niet 49 isENgeen (3475, GGCB PZ antw. 500/55 en 3476, GGRZ TZ) |
Gebruik antidepressiva, benzodiazepine en/of antipsychotica in de afgelopen 12 maanden |
Minimaal 1 voorschrift N06A, N05BA, N05CD, N05CF of N05A in de afgelopen 12 maanden |
Laatste contact in de afgelopen 12 maanden |
Een contact (consult, visite, telefoon of e-consult) of inschrijving in de praktijk in de afgelopen 12 maanden |
Nieuwe patiënt |
Zowel jaarprevalentie als puntprevalentie |
Vragenlijst ingevuld (BAI, BDI, 4DKL, GDS) |
BAI, GDST, BDI1 BDI2, 4DAN, 4DDE, 4DDI, 4DSO |
Contact of traject afgesloten |
BAI PQ, uitslag 0-6 |
Drop outs |
BAI PQ, uitslag >=7 |
De indicatoren over jaar- en puntprevalentie zijn ook uitgewerkt per ICPC-code. De ICPC-codes waarvoor deze indicatoren zijn uitgewerkt zijn: P01, P03, P06, P15, P19, P74 en P76.
Voor bovengenoemde ICPC's zijn ook 'eigen' indicatoren en patiëntenlijsten opgenomen. Deze indicatoren en patiëntenlijsten zijn niet uitgewerkt in deze handleiding.